- Ook met een versobering van de zogenoemde 30 procent-regel moet het voor techbedrijven mogelijk blijven om voldoende internationaal personeel te vinden.
- Dat denkt Nicolien van Vroonhoven, de nummer 2 van de partij Nieuw Sociaal Contract (NSC). “Misschien moet je de mensen iets meer betalen of ze andere voorwaarden geven.”
- De Tweede Kamer stemde onlangs in met een motie van NSC-lijsttrekker Pieter Omtzigt voor een versobering van deze expatregeling.
- Lees ook: Nicolien van Vroonhoven (NSC): ‘Wij zijn niet bang om de intensieve veeteelt aan te pakken’
Ook met versoberde belastingregels voor expats kunnen Nederlandse techbedrijven succesvol naar internationaal talent hengelen.
Dat denkt Nicolien van Vroonhoven, nummer 2 op de lijst van Nieuw Sociaal Contract (NSC). “Ik denk dat ze heel erg overtuigd moeten zijn van hun eigen innovatiekracht en aantrekkelijkheid”, zegt zij erover in een interview met Business Insider.
NSC staat bekend als tegenstander van de huidige 30 procent-regel, die expats de eerste vijf jaar in Nederland in staat stelt 30 procent van hun brutoloon onbelast te ontvangen. NSC-lijsttrekker Pieter Omtzigt was eind oktober één van de indieners van een motie om de regel te versoberen.
Versobering expatregel vanaf 2024
Nieuwe expats krijgen vanaf 2024 nog maar twintig in plaats van zestig maanden een belastingkorting van 30 procent op hun brutoloon. De twintig maanden erop genieten zij een korting van 20 procent en de laatste twintig maanden één van 10 procent.
Voor al in Nederland wonende expats verandert er niets. De motie, die met een grote meerderheid in de Tweede Kamer werd aangenomen, moet vanaf 2029 jaarlijks zo'n 200 miljoen euro in het laatje brengen.
Techbedrijven maken gebruik van de regel om gespecialiseerd talent naar Nederland te trekken. Zij stellen in Nederland niet altijd aan voldoende hoger opgeleide vakmensen te kunnen komen. Zowel techbedrijven als werkgeversbonden maken zich dan ook zorgen over de versobering van de 30 procent-regel.
Zo zei een woordvoerder van VNO-NCW er eerder over tegen de NOS: "De regeling is belangrijk om Nederland aantrekkelijk te houden voor schaars internationaal talent. Juist voor hightechbedrijven en onderzoeksinstellingen is dit belangrijk in de wereldwijde 'war for talent'."
'30 procent-regel niet fair'
Van Vroonhoven stelt het in gesprek met Business Insider "treurig" te vinden wanneer innovatieve techbedrijven van zo'n regeling afhankelijk zijn. "Dat je zegt: zonder die 30 procent-regeling vallen we om."
Ook vindt ze de regeling oneerlijk. "Als een Nederlander en buitenlander bij hetzelfde bedrijf allebei 5.000 euro verdienen, wordt de Nederlander volledig belast, terwijl de buitenlander er 1.500 euro vanaf mag trekken. Bovendien kan zo iemand gebruikmaken van bepaalde toeslagen en extra subsidieregelingen. Is dat fair voor de Nederlander die hetzelfde werk doet?"
Van Vroonhoven stelt ondernemers overigens wel te willen bijstaan in de 'war for talent'. Haar partij wil ervoor zorgen dat er in het onderwijs meer "ingenieurs en technici" worden opgeleid "voor de Nederlandse markt".
Daarnaast denkt ze dat techbedrijven zelf ook "stapjes" kunnen nemen om zich aantrekkelijker te maken voor buitenlands talent. "Ik ben ervan overtuigd dat je iets verkeerd doet als je afhankelijk bent van een 30 procent-regeling om buitenlanders hier naartoe te krijgen. Misschien moet je de mensen iets meer betalen of ze andere voorwaarden geven."
Dat het bedrijfsleven ook zonder expatsubsidies aan voldoende buitenlands talent kan komen, zag Van Vroonhoven in Australië. “Ik ben net terug uit Australië, waar ik vijf jaar met mijn gezin heb gewoond als expat. Australië heeft een heel streng immigratiebeleid. Daar kom je niet binnen zonder dat je van waarde bent voor de Australische samenleving.”
“Mijn man had toevallig een expertise, maar we hebben nul subsidie gehad. We hebben nul fiscale voordelen genoten. We werden gewoon op één hoop gegooid met de Australiërs. Ook daar hebben ze mensen van buiten nodig, maar die worden gewoon geworven zonder een speciaal fiscaal regime.”